| 
  
  
              | 
            
Kobe en de Salamimannen 
Clavis, 1996 
Ill. Marja Meijer
Kobe wil dolgraag een broertje. Een broertje om mee te spelen en fietstochten
te maken.  En 's avonds met zaklampen op de muur te schijnen. 
Nu Kobe een broertje heeft, valt het hem erg tegen.  
Hij vindt Lander maar een lastig, krijsend mormel. 
Daarom verzint Kobe, samen met zijn vriendinnetje Trien, een plan om Lander om
te toveren tot een lief broertje. 
Eentje waar hij wel iets aan heeft. 
In hun geheime hut voeren Trien en Kobe het plan uit. 
Maar of dat hen alleen met toverspreuken lukt ? 
... 
Heb jij dit boek gelezen? We horen heel graag wat je ervan
              vond. 
              Stuur een mailtje naar Brigitte Minne of vul onderstaand formuliertje in. 
En... misschien win jij één van haar boeken (zie
              Webwedstrijd). 
 
              
  
  
    
      Een fragment uit
        het boek : 
Kobe's gezicht staat op onweer. 
        Hij kijkt nukkig naar de grond. Met een takje trekt hij strepen in de
        aarde. 
        "Vroeger was het : 'Landertje moet een fruitpap. Landertje moet een
        verse luier. Landertje moet in zijn badje.  Heeft iemand Landertjes
        eendje gezien?' 
        Nu is het : 'Landertje moet op zijn potje.  Wie wil Landertjes
        billen vegen ? Landertje wil een koekje. Landertjes neus is vuil.'" 
        De strepen in de aarde worden groter en dieper. 
        "Landertjes beertje, Landertjes autootje, Landertjes konijntje,
        Landertjes hemdje... Ik zou Landertje zijn nek om kunnen draaien,"
        bliksemt hij. 
          
  
       | 
     
   
 
             |